Wat is een burnout?
‘Burnout’ betekent in het Engels ‘opgebrand’. En zo voelt het ook. Een lange periode van intense stress is vaak de aanleiding. De eisen die je omgeving (of jijzelf) stelt worden je teveel. Het gevolg is totale uitputting en vermoeidheid. ‘De accu is leeg’ of ‘het elastiekje is geknapt’, zeggen mensen die burnout raken vaak.
Symptomen van een burnout?
De klachten bij een burnout zijn erg verschillend maar het meest duidelijke is totale uitputting. Er zijn veel klachten die erbij kunnen horen: rugpijn, gehoorklachten, nekklachten of hoofdpijn, hyperactief zijn, hyperventilatie, hartklachten, benauwdheid, angstaanvallen, continu geïrriteerd of boos zijn, of juist teruggetrokken en passief en voortdurend een gespannen gevoel. Vreetbuien en veel aankomen of juist afvallen kunnen er ook bij horen en zelfs haaruitval. Je kunt negatiever of cynisch over jezelf of anderen denken. Er zijn overeenkomsten met een depressie. Verder kun je vergeetachtig worden of concentratieproblemen hebben. Bovendien lijkt het alsof je steeds harder werkt, terwijl er steeds minder uit je handen komt. Het contact met anderen roept tegenzin op. Iedere aanspraak die mensen op je maken valt zwaar, bij een burnout voelen zelfs de leuke dingen, zoals feestjes of uitjes als een verplichting. Opvallend zijn ook de slaapproblemen: niet kunnen slapen door de spanningen of, als het elastiekje eenmaal is geknapt: uren achter elkaar slapen en dan nog steeds moe zijn. Therapeuten en artsen gebruiken de Maslach Burnout Inventory (MBI) om officieel vast te stellen of iemand een burnout heeft.
Stresshormoon in de hoofdrol
Een burnout speelt zich niet alleen in het hoofd, maar ook in het lichaam af. Dat heeft te maken met de reactie van het lichaam op stress. Bij stress maken de bijnieren cortisol. Dat is een hormoon dat is bedoeld om beter om te gaan met stressvolle situaties. Bij chronische stress is dit hormoon continu actief. Dat is tevens de reden dat er bij een naderende burnout problemen optreden met inslapen: cortisol is het hormoon dat wakker en alert maakt.
De hoeveelheid cortisol in het bloed is bij mensen met of zonder burnout even groot. Dus het is niet zo dat bij een burnout cortisol ‘op’ is, of ‘te hoog’ is. Wel heeft langdurige blootstelling aan cortisol een desastreus effect op de hersenen. Gilles van Luijtelaar van de Radbouduniversiteit in Nijmegen is er in 2012 in geslaagd burnout zichtbaar te maken in twee stukjes midden in de hersenen die samen de hippocampus vormen. Die is belangrijk voor onder andere leren en onthouden. De hippocampus probeert zich voor het chronische bombardement van cortisol af te schermen door van structuur te veranderen. Bij een burnout is dus de hippocampus van slag. Daarom kun je in de war raken, dingen vergeten of steeds spullen kwijtraken. Het kan zelfs voelen alsof je gek wordt.
Is burnout een modeziekte?
Het aantal mensen dat burnout raakt neemt toe. In 2011 bijvoorbeeld, steeg het aantal burnouts met 11 procent ten opzichte van 2010. Het voortdurend ‘bereikbaar’ moeten zijn (de manager die zijn mobiel meeneemt op vakantie en 24/7 antwoord moet kunnen geven op ‘dringende’ vragen), druk, druk, druk en de vele taken die we moeten vervullen, kunnen de emotionele overbelasting versterken.
Toch is drukte en stress alleen niet voldoende om burnout te raken. Burnouts vinden bijvoorbeeld veel plaats in bedrijven waar mensen zich niet gezien of gehoord voelen. Als je afgerekend wordt op het werk dat je collega’s – niet goed – doen kan dat spanning oproepen. Als de beloning uitblijft, als je nooit te horen krijgt dat je het goed hebt gedaan, raak je eerder uitgeput. Ook een sociale omgeving waarin het allemaal draait om ‘doen alsof je hard werkt’, een roddelcultuur en werken met je ellebogen kan funest zijn. Of het gevoel dingen te moeten doen die tegen jezelf ingaan. Ook dat kan een groeibodem zijn voor een burnout.
En dan is er nog cafeïne (in koffie, energiedrankjes en cola) dat de problemen kan versterken: als stress de slaap verstoort en je compenseert de moeheid overdag met cafeïne, dan kan een vicieuze cirkel ontstaan, vooral omdat cafeïne het inslapen bemoeilijkt. Terwijl je juist beter een slaapmutsjes kunt nemen.
Kun je een burnout zien aankomen?
De symptomen sluipen er in. Daarom zien we een burnout meestal niet aankomen. Tegen de tijd dat iemand aan ‘voorkomen’ of ‘meer ontspannen’ begint te denken, is hij of zij misschien al ver over de grenzen gegaan. Toch zijn er lang voordat een burnout begint (zeker een half jaar tot een jaar) aanwijzingen dat het niet goed gaat. Je voelt bijvoorbeeld dat er in je werk geen evenwicht meer is tussen ‘geven en nemen’. Ook ‘denken en voelen’ en ‘actie en rust’ zijn uit balans. Je zegt overal ‘ja’ op, bent veel bezig met je verstand en je bent voortdurend in actie. Of je begint steeds meer leuke dingen op te geven omdat er zoveel verplichtingen zijn (en die gaan altijd voor). Misschien krijg je ‘kleine’ klachten zoals migraine of rugpijn. Je bent meer bezig met overleven op de korte termijn dan met ‘leven’. Dat merk je doordat je denkt ‘Als ik het maar volhoudt tot het weekend, of tot de vakantie.’ Of je hebt het gevoel dat je niet bij machte bent om de situatie te veranderen. Ook regelmatig wakker liggen omdat je zo druk bent in je hoofd, kan een voorteken zijn.
Wie lopen risico om burnout te raken?
Volgens cijfers van het CBS heeft ongeveer 10 procent van de volwassenen vroeg of laat een burnout. Vrouwen raken vaker burnout dan mannen met 56 vs 44 procent. De zorg en het onderwijs worden ‘risicosectoren’ genoemd, maar dit is niet goed onderbouwd met cijfers.
Persoonlijkheid heeft er ook mee te maken. Mensen met een depressieve of neurotische persoonlijkheid lopen volgens onderzoeken meer kans (mensen met een neurotische persoonlijkheid hebben een ineffectieve manier om met problemen om te gaan: ze ontwikkelen dan bijvoorbeeld dwanggedachtes, dwanggedrag of theatraal gedrag).
Er hoeft beslist geen psychische oorzaak te zijn voor een burnout. Topsporters kunnen ook burnout raken omdat intensief trainen een hoge stressbelasting betekent voor het lichaam.
Herstellen van een burnout
Bij een burnout duurt het gemiddeld 189 dagen voordat iemand hersteld is en weer aan de slag kan. Het kan ook sneller of langzamer gaan. Slapen en tot rust komen is een van de belangrijkste manieren om het lichaam te helpen herstellen. Ook bij een burnout. In feite geeft het lichaam dit zelf al vaak aan, door de intense moeheid.Maar dat betekent niet dat het ook daadwerkelijk lukt om de slaap te vatten. Juist het moeten opgeven van de controle over werk en dagelijkse bezigheden kan voor een paniekreactie zorgen waardoor de stress niet stopt.
Er zijn gespecialiseerde burnout coaches en daarnaast zijn er allerlei therapievormen. Huisartsen schrijven bij een burnout soms slaapmiddelen, pijnstillers, kalmeringsmiddelen of antidepressiva voor. Een nadeel daarvan is het risico van verslaving. Natuurlijke middelen (melatonine, magnesium, passiflora of valeriaan) kunnen helpen om de stress te weren en de slaapkwaliteit te verbeteren zonder dat ze bijwerkingen hebben. Ook ontspanningstechnieken zoals yoga en meditatie of mindfulness kunnen belangrijk zijn om het leven weer op de rit te krijgen. Daarnaast kan psychotherapie zoals cognitieve therapie en biofeedback zinvol zijn om te leren jezelf beter te beschermen tegen ‘overvraagd worden’. Ook kan er in een therapie worden gekeken naar oorzaken uit de jeugd (zoals het gevoel dat je niet goed genoeg bent, of het idee dat je altijd maar je best moet doen).
Eens burnout, altijd burnout?
Wetenschappers denken dat een burnout het zenuwstelsel definitief kan veranderen, waardoor volledig herstel niet helemaal mogelijk meer is of waardoor je vatbaar blijft voor een volgende burnout. Een burnout zou dan ook de beste voorspeller zijn van een nieuwe burnout. Maar het definitieve bewijs daarvoor moet nog worden geleverd. Belangrijk: het leren stellen van grenzen en het maken van keuzes die in de eerste plaats goed voor jou zijn en dan pas voor de ander, net als rust en voldoende slaap
Bronnen o.a.:
- reflected in the cortisol awakening response, the day-curve or the response to a low-dose dexamethasone suppression test. Mommersteeg PM, Heijnen CJ, Verbraak MJ, van Doornen LJ.
- J Neuropsychiatry Clin Neurosci. 2010 Spring;22(2):208-17. EEG findings in burnout patients. van Luijtelaar G1, Verbraak M, van den Bunt M, Keijsers G, Arns M.
- De psychofysiologie van burnout – Mommersteeg PM – 2006
- Occup Environ Med 2003;60(Suppl I):i16–i20, How to conduct research on burnout: advantages and disadvantages of a unidimensional approach in burnout research – V Brenninkmeijer, N VanYperen